Future Gardening — zadenmengsel

Leuk dat je meedoet met How To Start A Movement, het postproject van Merel Smitt en welkom bij de uitleg over het zadenmengsel van de Onkruidenier.  In deze blogpost geven we je wat tips en tricks voor een goed resultaat.

Voordat je aan de slag gaat zetten we nog wat aanvullende informatie op een rijtje.  Met de opdracht Plant een tijdlijn staan we stil bij de veranderingen in onze leefomgeving en zaaien we klimaatadaptieve planten om de aarde een handje te helpen. We leggen dus een tuin voor de toekomst aan. Een Future Garden. Om onze relatie met de aarde te versterken verbinden we ons daarnaast voor één groeiseizoen aan het groeiproces van deze planten. Het zadenmengsel dat je hebt gekregen bestaat uit hitte- en droogteminnende planten en zijn dus voorbereid op de toekomst.

In de nabije toekomst gaan we steeds vaker ervaren dat we te maken hebben met relatief natte winters en droge hete zomers door de mediterranisering van onze steden. Hoe ziet een xerofiele (hitteminnende) biotoop voor de stad eruit? Hoe ontwikkelen we een regeneratief systeem voor een florerende hittebestendige stadsnatuur? De Onkruideniers zien zichzelf als ecosysteem futuristen, met onze werkpraktijk ontwikkelen we scenario’s om te leren meebewegen met de veranderingen van onze leefomgeving. Momenteel schuift onze klimaatzone elke dag 13 meter noordoostwaarts op. Hoe ziet onze stadsbiotoop er in de toekomst uit wanneer we over 100 jaar in de huidige klimaatzone van Zuid Frankrijk leven? Hoe adaptief zijn onze steden ingericht? 

Het stedelijk gebied wordt gedomineerd door asfalt, bestrating en beton, op een ondergrond van opgespoten zand. De stad is een groot, ommuurd hitte eiland. Welke hitteminnende plantengemeenschappen omarmen we in de toekomst? En hoe leren we als mens met ze samenwerken om de stad leefbaar te houden? Met dit zadenmengsel kunnen we een bijdrage leveren aan een leefomgeving die leert meebewegen met de veranderingen van ons klimaat. 

Hoe zoek je een geschikte lokatie voor de zaden?
In je leefomgeving zijn talrijke geschikte plekken te vinden waar wilde planten het prima naar hun zin hebben. Je balkon, geveltuin of moestuin zijn natuurlijk prima plekken. Maar wil je het mengsel meer delen met je andere stadgenoten? En wil je het wat avontuurlijker aanpakken? Zoek dan een kaal plekje in de berm, het plantsoen of een boomspiegel waar de zaden zich naar hartelust kunnen ontwikkelen.

Zaai instructies
Om een goed resultaat te krijgen is het aan te raden om de zaden te zaaien op een kaal of braak stukje liggende grond. Zorg ervoor dat de aarde licht is los gewoeld met je handen, klein tuinharkje, een tak die je ter plaatse vindt of een ander gereedschap naar eigen keus. Strooi vervolgens de zaden gelijkmatig over de losse aarde. Het mengsel is goed voor ongeveer 1 tot 2 vierkante meter. Om de zaden goed in de bodem te krijgen hark je met je gereedschap of je handen de zaden heel licht in de aarde. Is de bodem erg droog? Geef de zaden dan ook gelijk water zodat ze een mooie start kunnen maken.

Het mengsel bevat wel 25 verschillende soorten
Alle planten in het mengsel hebben elk hun eigen unieke eigenschappen. We lichten elk soort hieronder kort toe. Heb je nog vragen over de planten of het mengsel, neem gerust contact met ons op! Veel plezier met de opdracht!!

Duizendblad
Het blad en de bloemen worden vaak gedroogd voor thee die de spijsvertering bevordert. De nectar en stuifmeel van de bloemen zorgen voor voedsel van insecten. 

Gewoon barbarakruid
Is een plant van pioniersmileus en kan zich vaak als eerste ergens wortelen. Zo maakt de plant een basis voor andere soorten. Men noemt het ook wel winterkers, de bladeren en bloemen kun je eten in de sla.

Knoopkruid
Door de uitbundige bloei wordt deze plant vaak bezocht door dagvlinders zoals de Distelvlinder en de Kommavlinder. 

Klein streepzaad 
Kan de kiemkracht van haar zaden lang behouden, tot wel 5 jaar. 
Klein streepzaad is een van de langst bloeiende planten in de stad. Tot in november vrolijken de heldergele bloemen  wegbermen en groenstroken op.

Wilde peen 
De wilde peen is de voorloper van onze gekleurde wortels. Het verhaal gaat dat de oranje wortel zijn populariteit te danken heeft aan een aantal Nederlandse boeren uit de 17e eeuw die als eerbetoon aan Willem van Oranje alleen oranje wortels kweekten. Een heel ander weetje: vroeger werden de zaden ingezet als anticonceptiemiddel. Daarnaast helpen de vitaminen bij zichtvermogen en nachtblindheid.

Slangenkruid
Is een droogte en hitte aanbidder. De wortel van de plant kan worden gebruikt voor het maken van een rode verfstof.
 
Gewone reigerbek
kreeg dit plantje vanwege het zaad wat aan de bek van de Reiger doet denken. De plant heeft een ingenieus systeem om de zaden zelf de grond in te werken.

Glad walstro
De kolibrievlinder is een nachtvlinder, maar wel een die overdag vliegt en actief is. Het is een trekvlinder die jaarlijks in het voorjaar vanuit het zuiden van Europa naar ons land toe komt en zich hier voortplant. Wil je je tuin als thuis voor de kolibrievlinder, dan moet je ook de waardplant(en) hebben en de rupsen zijn veel kieskeuriger dan de vlinder. Ze leven op diverse walstrosoorten zoals glad walstro.

Schermhavikskruid
De Oude Grieken meenden, dat de havik van deze planten gebruik maakte, om zijn gezichtsvermogen te versterken. Dit is een plant die vooral nachtvlinders aantrekt en daarvoor een voedselplant is.Voorbeelden van nachtvlinders die deze plant graag bezoeken zijn de gamma uil, huismoeder en purperbeer. 

Sint-Janskruid
Er zijn veel legendes verbonden aan Sint-Janskruid. Het is vernoemd naar Sint Jan de Heilige van het Licht. De rode olie die de plant bevat heeft onder andere een kalmerende werking. 

Gewoon biggenkruid
Biggenkruid is rijk aan eiwit en aan mineralen zoals calcium en fosfor en dus zeer geschikt om door grazende dieren gegeten te worden. De gezellige naam dankt het plantje aan het feit dat varkens dol zijn op de wortels. 

Zandblauwtje
De bloemen zijn zichtbaar onder ultraviolet licht en men gelooft dat dit ze aantrekkelijk maakt voor bestuivende insecten.

Gewone margriet
De margrietbloem is bepaalde culturen een volkstraditie in de voorspellingen van kinderen en geliefden. Men trekt de witte lintbloempjes één voor één uit en kijkt welk antwoord er bij het laatste bloempje past.

Gewone rolklaver
is een echte groenbemester (goed voor de grondsamenstelling).Doordat de wortelknolletjes in symbiose leven met Rhizobiumbacteriën wordt stikstof uit de lucht  gehaald. Gewone rolklaver draagt op die manier bij aan de verbetering van de bodem.

Gewone veldbies
De Flora Batava beschrijft veldbies en zegt dan over “Huishoudelijk Gebruik” : “Een goed voeder voor schapen, vooral van belang omdat zij dit in het vroege voorjaar kunnen vinden. De kleine zaadjes zijn eetbaar en hebben een nootachtige smaak.

Muskuskaasjeskruid
De Latijnse naam Malva betekent ‘verzachtende kracht’ en de plant wordt veel in schoonheidsproducten gebruikt. De zacht roze bloemen zijn een tractatie voor het oog, gebruik ze op salades of als garnering op taartjes. 

Middelste teunisbloem 
De herkomst van deze plant ligt in het wilde westen. Door de eerste boottochten naar Noord-Amerika kwamen de zaden van de teunisbloem mee naar Europa. Met zijn woeste karakter en zoektocht naar avontuur heeft de teunisbloem zichzelf vooral via het spoor door heel Europa verspreid. Deze robuuste plant voelt zich inmiddels zo thuis dat hij zich ongetemd heeft doorontwikkeld tot een geheel nieuwe soort.

Smalle weegbree
werkt verfrissend, reinigend en antibacterieel. Uitwendig wordt de weegbree gebruikt bij insectensteken, verbranding, zwelling, ontstekingen en verwondingen.

Gewone brunel
is een inheemse wilde plant en wordt al eeuwenlang in de traditionele geneeskunde gebruikt vanwege zijn medicinale eigenschappen. Recente wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat Gewone brunel een rijke bron is van bioactieve verbindingen die verschillende gezondheidsvoordelen bieden, waaronder antioxiderende, ontstekingsremmende en antimicrobiële effecten.

Scherpe boterbloem
De bloemen van de boterbloem volgen de zon, dit noemen we heliotroop. Wanneer het koud is, nemen de bloemen bovendien een paraboolvorm aan, vergelijkbaar met een satellietschotel. Ze reflecteren het zonlicht naar het centrum van de bloem, het punt waar zich de voortplantingsstructuren bevinden.

Kleine ratelaar 
is een halfparasiet op gras. Het haalt gedeeltelijk voedsel uit de wortels van grassen. Het zaad is rond en bruin en heeft rondom een vliezige rand. Als de plant beweegt, maken de rollende zaden een rammelend geluid.

Vertakte leeuwentand
Het diepe wortelsysteem van de plant helpt de bodemkwaliteit te verbeteren door de beluchting van de bodem en de beschikbaarheid van voedingsstoffen te vergroten. Het helpt ook bodemerosie te voorkomen door de bodem met zijn wortels te stabiliseren.

Dagkoekoeksbloem
is een vroege bloeier. Ze begint al in april te bloeien en bloeit dan door tot laat in het jaar.Hoewel de bloemen overdag open zijn, is de plant voor zijn bestuiving grotendeels afhankelijk van nachtvlinders. Oorwormen gebruiken de lege zaaddozen van de dagkoekoeksbloem graag als schuilplaats.

Gele morgenster
De wortels van de plant zijn eetbaar en hebben een zoete smaak, vergelijkbaar met die van pastinaak of wortel. Ze bevatten ook veel inuline, een oplosbare vezel die kan helpen de bloedsuikerspiegel te reguleren en de spijsvertering te verbeteren.

Hazenpootje
is een stikstofbindende plantensoort, wat betekent dat het kan helpen de bodemvruchtbaarheid te verbeteren door stikstof uit de lucht om te zetten in een vorm die planten kunnen gebruiken voor groei.

Plantsoensociologie — nieuw lexicon voor het onontdekte landschap

Op 22 november 2020 werd de Spinoza lens uitgereikt aan filosoof Bruno Latour. In het kader van deze feestelijke uitreiking en waardering voor het werk van Latour, gaf de Ambassade van de Noordzee een platform aan tentoonstellingen van verschillende organisaties die aansluiting vinden bij het gedachtegoed van Latour, waaronder Zone2Source. Het programma bestond uit 3 expedities door het Amstelpark met KCCM (Krijn Christiaansen & Cathelijne Montens), Chikako Watanabe en ook met ons.

Tijdens de expeditie gingen we in gesprek met Jesse Havinga over de vraag of we nieuwe concepten kunnen bedenken voor toevallige ontstane natuur-cultuurlandschappen, waar geen vocabulaire voor bestaat. Hoe inspireert het werk Plantsoensociologie om nieuwe verhalen over de relatie mens en plant te vertellen?

Ronald Boer en Jesse Havinga in gesprek.
Foto: Marina Sulima

Afgelopen jaar onderzochten wij verschillende landschapstypologieën in de heemtuin van het Amstelpark. Op zoek naar relaties tussen planten, mensen en organismen ontdekten wij een hooilandje waar, als resultaat van de maaimachine, tal van kleine stompige boompjes tussen het gras staan. We groeven een 40-tal boompjes uit en ontwikkelden keramieke schalen voor de boompjes waarop ze in een parade teruggeplaatst werden op de oorspronkelijke locatie in de Heemtuin. Lees hier verder over het onderzoek naar de onbevredigde esdoorn in het Urbanarium.

Het werk is mede mogelijk gemaakt door het AFK, Stichting Stokroos en het Mondriaan Fonds, waarvoor onze grote dank. Het meubel werd ontwikkeld in samenwerking met Overtreders W. Plantsoensociologie zal tot en met 2022 in de Heemtuin te zien zijn.

NDSM werf

de Onkruidenier verbouwt vezelhennep, heemst en wede op de NDSM werf — interview

Afgelopen maanden heeft de Onkruidenier een begin gemaakt met het kweken van hennep, heemst en wede op de NDSM werf in een aantal tuinbakken die onderdeel uitmaken van de NDSM Zomerwerf. Julia Lefeber vroeg ons het hemd van het lijf over onze beweegredenen. Waarom is de vergroening van de werf eigenlijk zo belangrijk? In het interview geven we een inkijkje in onze visie.

Er is een hele andere generatie die niet meer haar carrière of de economie op de eerste plaats zet. Andere dingen worden belangrijk en we zien onszelf niet meer als het centrum van het universum. We worden er ons meer van bewust dat we veel zorg mogen dragen voor andere organismen om ons heen.

Lees hier het hele interview

Rijnvliet

De driehoek van U in het assortiment van Buurtsuper Rijnvliet

Nadat we in december al zaden van een wilde kool meenamen, vonden we onlangs ook zwarte mosterd en raapzaad in de bermen langs de nieuwe wegen in de wijk. Deze drie planten worden gezien als de voorouders van heel veel verschillende groentes die je in de schappen van de winkel vindt. Samen worden ze ook wel de driehoek van U genoemd. In het URBANARIUM kun je hier meer over lezen.

Sinds de start van het veldonderzoek in de eetbare woonwijk Rijnvliet, dat we dankzij de Metaal Kathedraal mogen doen, deden we al bijzondere vondsten. Tijd voor een eerste verslag van onze eerste ervaringen. Bekijk in onderstaande veldwerkrapport welke wilde planten we in de wijk aantroffen.


Plan van Gool — Amsterdam Noord

Zweven in het Plan van Gool

Eind 2019 bezocht kunstenaar Frouwkje Smit ons in ons atelier in het winkelcentrumgebied van het Buikslotermeerplein. Ze vertelde ons vol enthousiasme dat ze zich aan het voorbereiden was voor een social placemaking project in het Plan van Gool samen met haar collega’s van Operatie Periscoop.

‘Kunnen jullie een thee mengsel maken van onkruid dat deze wijk veel groeit?’, vroeg ze ons. En zo begon de samenwerking. Het Monster van Gool mengsel werd vervolgens wekelijks vanuit de Veldwerkplaats geserveerd aan de bewoners van de wijk om met hen in gesprek te gaan over de mogelijkheden van de wijk.

Rashid Novaire schreef een betoverend verhaal over de ervaringen die we met elkaar opdeden onder het genot van een kopje thee met de buurt. Ga er even goed voor zitten, het is prachtig!

AGA Lab

30 unieke kleuren uit één plant

In de afgelopen maanden werkten we met Lucila Kenny aan een nieuw werk. In een reeks gesprekken met haar, raakten we verwonderd over de het kleurenpalet van de meekrap, een plant die niet veel meer voorkomt in onze cultuur. Samen met Lucila ontdekten we opnieuw het kleurenpalet; tinten van rood, oranje, rose, perzik, lever, zalm en roestbruin.

Lucila werkte voor ons aan 30 unieke, met de hand geverfde, kledingstukken. Zijn ze niet schitterend? Wilt u meer weten over het werk van Lucila? Neem een kijkje op haar website.

Rijnvliet

Buurtsuper Rijnvliet?

Begin 2020 is de Onkruidenier op uitnodiging van de Metaal Kathedraal, Biotoop voor circulair leven, gestart met een onderzoek naar de mogelijkheden voor een Buurtsuper voor Rijnvliet.

Onderdeel van deze nieuwe eetbare wijk is de realisatie van een voedselbos. De relatie tussen een woonwijk en een vorm van lokale stadslandbouw is voor de Onkruidenier een unieke kans om het ecosysteem in ontwikkeling te volgen en de bewoners, de lokale experts, te leren kennen. In het onderzoekslab Buurtsuper Rijnvliet? staat de vraag hoe we een nieuwe relatie met onze groene leefomgeving kunnen ontwikkelen centraal.

Inmiddels hebben de eerste veldbezoeken plaats gevonden. We leerden Rianne en Mans, bewoners van Rijnvliet, kennen. Zij leidden ons rond door hun nieuwe wijk. Tijdens de wandeling vertelden ze ons hoe bijzonder het is om in een wijk te komen wonen waar de hagen van alle woningen bestaan uit eetbare struiken, straatnamen verwijzen naar voedselgewassen en omringd te zijn door eetbare natuur.

Op een gegeven moment doen we een hele bijzonder vondst. Op een locatie waar over een paar maanden de nieuwe uitbreiding van Rijnvliet wordt gebouwd, vinden we een exemplaar van een wilde kool plant. Er zitten zaadpeulen aan. Samen met Rianne en Mans besluiten we de zaden mee te nemen om vervolgens op te kweken. De ontwikkeling van het assortiment van de Buurtsuper voor Rijnvliet is begonnen.

Lees hier meer over de Metaal Kathedraal en het Buurtsuper onderzoek

Buikslotermeerplein

Buurtsuper bij opening Noord/Zuid lijn

Naar schatting hebben ruim 60.000 mensen de openingsdag (21 juli) van de nieuwe metrolijn bezocht. Na het officiële programma en de feestelijke opening namen in de middag de Amsterdammers en andere belangstellenden de Noord/Zuidlijn in gebruik.

Bij Station Noord verzamelden zich allerlei initiatieven uit Noord. Voor deze feestelijke aangelegenheid mocht de Onkruidenier allerlei planten die iets zeggen over Noord verwerken tot een eetbare ervaring. Dat deden we met geweldige inzet van vrijwilligers. Gepekelde onrijpe walnoten, gebakken lisdodde, waterkers pesto en de befaamde N247 bermbloemenlimonade… zo smaakt ongerept Noord vanuit de berm.

Expeditie NDSM — verslag door Bernke Klein Zandvoort

Ooit veen, toen een meer, daarna een polder, nu het Buikslotermeerplein. Terwijl de eerste deelnemers aankomen, bekijk ik de omgeving. Ik ben hier nog nooit geweest en toch kan ik het type plek gelijk categoriseren als een ’tussen’ plek. Een plek waar je de lagen geschiedenis kan lezen in de verschillende bouwstijlen en oud asfalt, terwijl enorme zandhopen en een nieuw, nog ongebruikt station, de verandering als een belofte aankondigen. Het is gek om op deze plek over natuur na te denken, maar toch ook niet zó gek. Sinds 1996 is ook de stad met haar bebouwing een geïndexeerde leefomgeving voor planten: het Urbaan District. In dit district komen planten voor die afhankelijk zijn van de hoge stadstemperatuur, planten die vergroeid zijn geraakt met oude muren, kerkhoven en stadsparken, maar ook een golf nieuwkomers die de stad tot haar habitat heeft gemaakt. Hoe zijn deze planten hier terecht gekomen?
Door heel precies om zich heen te kijken, ontleden Ronald en Jonmar, samen de Onkruidenier, hun omgeving. Op deze landschapsexpeditie rondom de NDSM-werf ontleden we als deelnemers een stukje mee. Welke verhalen ontstaan er als je het landschap begint te lezen?
Terwijl de laatst aangekomen deelnemer nog snel wat kalmoestaart in haar wang stopt, springen een voor een de fietssloten open – we gaan op pad. 

Stins
Na een tocht van een korte tien minuten parkeren we onze fietsen in de berm bij een smal kanaal. Het is dezelfde berm waar we een paar honderd meter eerder een groep Japanners passeerden. ‘Aan beide kanten van de straat is hier iets te zien’, zegt Jonmar, en we volgen zijn blik. Links ligt een snelweg met een groot braakliggend gebied ervoor, een graafmachine en een paar containers. Het gebied ligt een stuk lager dan de berm. Het is de bodem van het Buikslotermeer, horen we, ontstaan doordat de Zuiderzee net zo lang tegen het veen heeft geslagen, dat er een meer ontstond. Ook het Watergraafsmeer en Slotermeer zijn zo ontstaan. In de loop van de zeventiende eeuw werden deze meren stuk voor stuk ingepolderd om de uitdijende stad meer grond onder haar voeten te geven. Daarna werden de bodems opgehoogd met zand, wat betekent dat vrijwel heel Amsterdam vandaag de dag op een kunstmatige verhoging leeft. Ronald laat een sprietige stengel zien met een paars bolletje erop, kraailook. Hij vertelt dat er op deze plek veel landhuizen hebben gestaan, gebouwd tijdens de gloriejaren van de VOC. De mensen pronkten graag met hun tuinen vol exoten die van verre handelsreizen en bergexpedities waren meegekomen. ‘Stinsenplanten’ worden die ingevoerde sierplanten genoemd, naar het Friese woord ‘stins’ dat stenen huis betekent, lang alleen voorbehouden aan de adel. Geleidelijk aan kropen de exoten uit de omheinde tuinen en landgoederen, richting stadsmuren en kerkhoven tot ze uiteindelijk verwilderden. Zo moet het ook met kraailook zijn gegaan. Ronald laat het plantje rondgaan. Het bolronde hoofdje bestaat helemaal uit een soort kleine uitjes. Terwijl we de zaadjes proeven die naar knoflook smaken, wijst Jonmar naar de bomen in de berm en vertelt dat het allemaal wilde appelbomen zijn, Malus sylvestris, ontstaan toen iemand achteloos z’n klokhuis weggooide. Wat er zo bijzonder aan zo’n klokhuis is, is dat er uit ieder zaadje een andere boom groeit, met appels die altijd een andere smaak hebben. Die onvoorspelbaarheid vinden we als mensen onhandig en daarom werd de appel veredeld, voor het eerst in Kazachstan om uiteindelijk via een handelsroute in Europa terecht te komen.  Malus domesticus, heet de gedomesticeerde appel.
Ik kijk over mijn schouder terug naar de groep Japanners. Door de ogen van hun telefooncamera’s leggen ze het landschap vast. Zouden ze beseffen hoe weinig Nederlands het landschap is, dat ze op de foto’s zien? Of is dat een kwestie van definitie? Gaat het dan over het bepalen van wat er binnen die definitie valt? Wat de begrenzing ervan is en waar zo’n definitie z’n eigen leven leidt?

Bij de volgende stop lijkt Ronald op zoek naar iets. Hij trekt aan planten die uit het water steken en verdwijnt dan nog verder in de slootbegroeiing. Achter het slootje ligt een wal, er steken wat huizen bovenuit. Jonmar vertelt dat het een oude zeedijk is, en hoe die dijk de huizen tegen de getijden moest beschermen. Tegen deze wal is dus heel wat zee aangeslagen, voordat de Afsluitdijk het getij ging reguleren. Ronald legt drie verschillende bladeren voor ons neer. Drieblad, ruwe bies en kalmoes. Alledrie vertellen ze iets over deze plek. Het eerste blad is drieblad, een aquariumplant, hier terecht gekomen omdat iemand in een nabij verleden z’n vissenkom in dit water heeft geleegd. Ik zie er een grapje in tussen mens en natuur. De tweede plant wijst verder terug het verleden in: de lange, harde stengel van de ruwe bies heeft zout nodig om te groeien, en is dus een rechtstreeks overblijfsel uit de tijd dat dit gebied onder invloed stond van het getij. Het derde blad is een mooi, geplooid blad, je zou er een golfbeweging in kunnen herkennen. Het is kalmoes, een plant die met haar ontsmettende stoffen het water zuiveren kan. Meegebracht uit Mongolië en India, werd het in de 16e eeuw om haar medicinale werking in allerlei Europese kruidentuinen aangeplant, om vervolgens te verwilderen. Ronald legt nog een vierde plant neer, lisdodde, een kranige stengel met lange bladeren en bovenin een sigaar. Ook lisdodde zuivert vervuilingen uit het water, slaat metalen op en kan als je ‘m proeft, iets vertellen over de waterkwaliteit. ‘Smaakt zoet’ zegt Jonmar als hij een hap uit de stengel genomen heeft. Geen metalen te bekennen dus, vertelt deze plant ons over het heden.

Vermenging
Het Papaverplantsoen ligt tussen twee werelden in. Zou ik hier alleen naar rechts kijken, dan bevond ik me in een nieuwbouwwijk. Op de kavels mochten zelf ontworpen huizen worden neergezet. Aan onze linkerhand daarentegen, geven een vervallen loodsen, verweerde reclames en verschillende lagen graffiti de plek een heel andere leeftijd. Het plantsoen bevindt zich precies tussen deze twee plekken in en verbindt ze als het ware, omdat het een ruig stuk tuin is. Een bewuste keuze van de bewoners, zo’n stukje ongetemde omgeving. ‘Wede,’ wijst een van deelnemers naar een plant en het blijkt de reden van onze stop. Uit de wede, zo vertelt Ronald, kan blauwe verfstof worden gewonnen. Om die reden werd de plant al in de oudheid van de Russische steppes naar Europa gebracht, waar zich in verschillende landen tegelijk met de opkomst van de textielindustrie een wedecultuur ontwikkelde. Ook in Nederland werd het gekweekt, al is het hier nooit verwilderd. Toen de VOC indigofera uit India meebracht, een plant die een veel betere verfstof leverde, stortte de wedecultuur in Europa helemaal in, zeker toen rond 1880 ook nog eens werd ontdekt hoe de verfstof synthetisch kon worden gefabriceerd. Vandaag komen de zaadjes van de wede via rivieren uit Zwitserland en Duitsland naar Nederland. Die zaadjes zijn werkelijk sieraden, denk ik als Ronald er een paar in een petrischaaltje rond laat gaan. Het indigo ligt er als verfijnd glimlaagje bovenop. Een diepe, mysterieuze kleur. Schaars ook, je komt de kleur in het alledaags leven niet vaak tegen. Als blijkt dat we allemaal ook een paar zaadjes meekrijgen, gonst er dan ook een gevoel van kostbaarheid door de groep. Terwijl achter ons een gezin hun elektrische auto oplaadt, gaat op onze handen iets ouds, een geschiedenis rond. 

Zo’n zelfde vermenging van tijden is enorm voelbaar op het voormalige terrein van de Nederlandsche Dok en Scheepbouw Maatschappij. Het kost niet veel moeite om het woud van kranen voor te stellen dat het hier moet zijn geweest, waarmee olietankers werden gebouwd en vrachtschepen die als de eerste reuzekoelkasten de wereld rondgingen. Tegelijkertijd legden er ook heel veel schepen in Amsterdam aan, bij de graansilo op het Stenen Hoofd bijvoorbeeld, waar grote vrachten graan werden afgeladen. Via lopende banden werd het graan uit de silo overgebracht naar binnenvaartschepen of treinwagons, verder Europa in. Maar wat er onbedoeld nog meer werd geïmporteerd en exporteerd, waren de zaden en onkruiden die tussen de granen of met het ballastwater waren meegekomen.
Vandaag de dag is de NDSM-werf een van de laatste rafelranden van de stad en heeft soja graan als hoofdpersonage vervangen, maar nog steeds reist er van alles met de schepen mee. Zonnebloemen , aardperen en mosterdsoorten bijvoorbeeld, zijn hier via de sojaboon terechtgekomen. We krijgen allemaal wat sojabonen mee om in onze tuinen of balkons te planten. Het lijkt wel alsof we als groep wat losser zijn, hier waar de wind door ons heen waait. Terwijl er met een half oor wordt geluisterd, volgt iedereen z’n voetenuitzicht. Jonmar wijst naar het water. In de tijd van de Zuiderzee was het IJ een zee-arm en de plek waar het zoete water van de Amstel en het zoute water van de zee bij elkaar kwamen. Door de Afsluitdijk en het graven van het Noordzeekanaal loopt de zeeverbinding nu via IJmuiden en is het getij niet groot meer, maar de inmenging van zout water in de zoete rivier, is te lezen in de omgeving. In de lamsoren bijvoorbeeld, een plant uit de strandkruidfamilie die Ronald van het strandje onderaan de kade plukt, en in de zulte zeeaster. Ook neemt Ronald wat zandkool mee naar boven. Oorspronkelijk afkomstig uit het Middellandse zeegebied, groeit het goed in het zand en de warmte van duingebieden, maar het heeft zich ook via straten en spoorlijnen meer landinwaarts verplaatst. Nog zo’n plant die van zand houdt en het spoornetwerk gebruikte om zich te verspreiden, vinden we op de laatste stop. De teunisbloem kwam met de eerste boottochten vanuit Noord-Amerika weg van de prairies, om vervolgens via spoorlijnen heel Europa door te reizen. Als de trein voorbijraast, vliegen de zaadjes op, plakken aan en reizen zo hele stukken mee. Een mooi en tastbaar beeld is het, die meereizende zaden. Een deelnemer denkt mee: zouden de toiletten van de treinen die direct op het spoor worden geleegd, voor de perfecte bemesting hebben gezorgd? We denken hardop over deze optie na, en Jonmar voegt toe dat precies om die reden beerputten waardevolle plekken voor onderzoekers zijn. De zaden van wilde planten, onkruiden en pitten die er in die putten worden gevonden, bevatten een schat aan informatie over de gewoontes uit die tijd, over handelsroutes maar vertellen ook iets over de verspreiding van planten. Ze vormen als het ware een legenda om terug de tijd in te lezen.  

In Ferrotopia brengen we op een elektrisch kookplaatje onze vondsten in een pan samen. Een pan leeswijzers denk ik, leeswijzers van een plek, waarmee je iets zou kunnen begrijpen over hoe heel de wereld in een Nederlands landschap terecht is gekomen. Als ik even later op de pont terug naar huis sta, denk ik nog even aan die van oorsprong grillige appel, die we temden tot iets tams. Eigenlijk hebben we, net als dat we wolven opvoedden tot honden en de smaak van appels standaardiseerden, ook de natuur gedomesticeerd tot stad. Iets wat doorklinkt in het woord urbaan, dat behalve stads, ook welgemanierd en beschaafd betekent. Alsof we de verwildering kunnen intomen, temmen we water tot land, denken stedenplanners keurige groenstroken uit, laten we soms een plantsoen verwilderen tot een ruig stukje tuin. Maar het blijft een alsof. Al zou ik alleen maar het zand tussen stoeptegels volgen of dat wat er nu meereist onder mijn schoenen: planten gaan toch hun eigen gang, doorkruisen alle tijden.

Buikslotermeerplein

Expeditie Buikslotermeerplein — verslag door Jolanda van Benthem

Met onze expeditieleidster Masha Ru gaan wij op zoek naar eetbare aarde. Huh? Dat kun je toch niet eten? Jawel. Als aarde vrij is van organisch materiaal kun je het eten. Masha was als kind al gefascineerd door het eten van aarde en krijt. Ze smulde ervan. Zozeer dat ze er bijna verslaafd aan was. Nu verzamelt ze aarde en klei. Haar collectie komt uit meer dan twintig landen. Tijdens haar onderzoek kwam ze erachter dat het eten van klei een godsdienstig en spiritueel gebruik is. Zal onze expeditie ons een eenheidservaring mét de aarde opleveren? Masha deed onderzoek in Suriname. Ze ging daar heen vanwege pimba, eetbare kalk. De inname hiervan is een spiritueel gebruik in Suriname. Binnen de traditionele religie Winti gelooft men dat het eten ervan ze in contact brengt met hun voorouders. Tijdens een ritueel raken mensen in een trance. Masha zag hoe de kalk gewonnen werd uit een moerassig gebied, hoe er poeder van werd gemaakt en vervolgens balletjes. Die werden geroosterd of gedroogd om bacteriën te vernietigen.


Vandaag gaan we op zoek naar pimba. Wij zoeken ons doelwit op de minst natuurlijke plek die je kunt verzinnen: winkelcentrum Boven ’t Y in Amsterdam Noord. Dat grenst aan de plek waar Buurtsuper Onkruidenier zit. Het is zaterdag, dus er is markt. Onze bestemming is een kraam met Surinaamse vlag. Groenten die te koop liggen, laten zien wat bodem in Suriname de mens te bieden heeft: knolgewassen, bakbanaan en Madame Jeanette pepers. Daarachter zien we ons doelwit: een doorzichtige bus met krijtkleurige ballen erin. Ze zijn groot als tennisballen. Om de harde substantie te proeven schrapen we allemaal met onze tanden een laagje van de ballen af. Het smaakt naar kalk. Onze tongen en lippen kleuren wit. We lachen naar elkaar. De marktkoopman lacht ook. We vragen hem naar de geschiedenis van pimba, maar hij vertelt het liever niet. Wel zegt hij dat hij het goedje liever niet meer eet, omdat hij al zoveel mensen verslaafd heeft zien raken. Dat het eten van klei omstreden is merken we ook in de Holland & Barrett, een gezondheidsdrogist.


Bij de voedingssupplementen vinden we geen kleitabletten of -ballen, wel keurig afgemeten hoeveelheden in capsules. Masha vertelt dat klei nu vooral voor uitwendige doeleinden te koop is, als gezichtsmasker bijvoorbeeld. Wij kopen een zakje met groene klei. Op straat, tussen het winkelend publiek, proeven we eerst de capsules. De klei zit diep weggestopt onder smaakstoffen en gel. Slechts één persoon houdt de capsule zo lang in zijn mond tot de buitenkant smelt en de klei te proeven is. Vervolgens proberen we het gezichtsmasker te eten. Masha scheurt het plastic zakje open. We nemen allemaal wat van het lichtgroen poeder. Het voelt als stiekem een sigaret roken op je twaalfde. De smaaksensatie valt echter vies tegen. De klei smaakt droog. Onze gemoedstoestand lijkt niet zichtbaar te veranderen.
Klei, die ooit de hoofdrol speelde in een heilig ritueel om één te worden met de voorouders, eindigt verstopt in een capsule of op de cosmetica-afdeling van een gezondheidsdrogist. Een ritueel dat bedoeld was om in het reine te komen met de vergankelijkheid herhalen wij vluchtig te midden van een menigte die de zaterdagse boodschappen doet. Hier, in het winkelcentrum op het Buikslotermeerplein, lijkt het alsof aarde van al haar magische betekenissen is ontdaan.


Als we weer terug zijn bij de Buurtsuper vertelt Masha een anekdote. Ze sprak eens met een Zimbabwaanse kunstenaar. In zijn land eten mensen de aarde van hun nieuwe woonplek als ze net verhuisd zijn. Toen hij in Amsterdam kwam wonen nam hij ook wat van de Amsterdamse grond om zijn weerstand tegen de nieuwe invloeden van buitenaf te versterken. Wij wagen het niet om de aarde van het Buikslotermeerplein in onze mond te stoppen. Wat we wel aandurven zijn de hapjes die de Onkruidenier aanbiedt. Kliswortelkimchi gerold in ingelegde brandnetelblaadjes. Japanse duizendknoop op een broodje met rabarber en meikaas. Bietensoep met bouillon van de kleine berenklauw. Prosecco gemengd met agavenectar. We genieten! Al etend en drinkend voelen we het: we worden één met de aarde die ons deze wilde planten schenkt.

Buikslotermeerplein

Pleisterplantsoen

Vanaf 2017 transformeert de Onkruidenier publiek groen in Amsterdam Noord tot plantages voor bruikbare onkruiden. Samen met een groep vrijwilligers werken we, in het groeiseizoen, op regelmatige basis aan het onderhoud. Planten als duizendblad, hemelsleutel, wilg en wilde marjolein zijn aangeplant naast een skatepark, zodat skaters hun eigen wonden kunnen verzorgen zodra ze zich hebben bezeerd.

In een aangrenzend BMX park lijken de kunstmatig aangebrachte zandlichamen met een beetje fantasie op een miniatuur duinlandschap, middenin de stad… duindoorn, zeekool, heemst en vele andere zoutminnende planten sieren nu deze stadsoase.

Buikslotermeerplein

Buurtsuper kick off