Expeditie Buikslotermeerplein — verslag door Jolanda van Benthem
Met onze expeditieleidster Masha Ru gaan wij op zoek naar eetbare aarde. Huh? Dat kun je toch niet eten? Jawel. Als aarde vrij is van organisch materiaal kun je het eten. Masha was als kind al gefascineerd door het eten van aarde en krijt. Ze smulde ervan. Zozeer dat ze er bijna verslaafd aan was. Nu verzamelt ze aarde en klei. Haar collectie komt uit meer dan twintig landen. Tijdens haar onderzoek kwam ze erachter dat het eten van klei een godsdienstig en spiritueel gebruik is. Zal onze expeditie ons een eenheidservaring mét de aarde opleveren? Masha deed onderzoek in Suriname. Ze ging daar heen vanwege pimba, eetbare kalk. De inname hiervan is een spiritueel gebruik in Suriname. Binnen de traditionele religie Winti gelooft men dat het eten ervan ze in contact brengt met hun voorouders. Tijdens een ritueel raken mensen in een trance. Masha zag hoe de kalk gewonnen werd uit een moerassig gebied, hoe er poeder van werd gemaakt en vervolgens balletjes. Die werden geroosterd of gedroogd om bacteriën te vernietigen.
Vandaag gaan we op zoek naar pimba. Wij zoeken ons doelwit op de minst natuurlijke plek die je kunt verzinnen: winkelcentrum Boven ’t Y in Amsterdam Noord. Dat grenst aan de plek waar Buurtsuper Onkruidenier zit. Het is zaterdag, dus er is markt. Onze bestemming is een kraam met Surinaamse vlag. Groenten die te koop liggen, laten zien wat bodem in Suriname de mens te bieden heeft: knolgewassen, bakbanaan en Madame Jeanette pepers. Daarachter zien we ons doelwit: een doorzichtige bus met krijtkleurige ballen erin. Ze zijn groot als tennisballen. Om de harde substantie te proeven schrapen we allemaal met onze tanden een laagje van de ballen af. Het smaakt naar kalk. Onze tongen en lippen kleuren wit. We lachen naar elkaar. De marktkoopman lacht ook. We vragen hem naar de geschiedenis van pimba, maar hij vertelt het liever niet. Wel zegt hij dat hij het goedje liever niet meer eet, omdat hij al zoveel mensen verslaafd heeft zien raken. Dat het eten van klei omstreden is merken we ook in de Holland & Barrett, een gezondheidsdrogist.
Bij de voedingssupplementen vinden we geen kleitabletten of -ballen, wel keurig afgemeten hoeveelheden in capsules. Masha vertelt dat klei nu vooral voor uitwendige doeleinden te koop is, als gezichtsmasker bijvoorbeeld. Wij kopen een zakje met groene klei. Op straat, tussen het winkelend publiek, proeven we eerst de capsules. De klei zit diep weggestopt onder smaakstoffen en gel. Slechts één persoon houdt de capsule zo lang in zijn mond tot de buitenkant smelt en de klei te proeven is. Vervolgens proberen we het gezichtsmasker te eten. Masha scheurt het plastic zakje open. We nemen allemaal wat van het lichtgroen poeder. Het voelt als stiekem een sigaret roken op je twaalfde. De smaaksensatie valt echter vies tegen. De klei smaakt droog. Onze gemoedstoestand lijkt niet zichtbaar te veranderen.
Klei, die ooit de hoofdrol speelde in een heilig ritueel om één te worden met de voorouders, eindigt verstopt in een capsule of op de cosmetica-afdeling van een gezondheidsdrogist. Een ritueel dat bedoeld was om in het reine te komen met de vergankelijkheid herhalen wij vluchtig te midden van een menigte die de zaterdagse boodschappen doet. Hier, in het winkelcentrum op het Buikslotermeerplein, lijkt het alsof aarde van al haar magische betekenissen is ontdaan.
Als we weer terug zijn bij de Buurtsuper vertelt Masha een anekdote. Ze sprak eens met een Zimbabwaanse kunstenaar. In zijn land eten mensen de aarde van hun nieuwe woonplek als ze net verhuisd zijn. Toen hij in Amsterdam kwam wonen nam hij ook wat van de Amsterdamse grond om zijn weerstand tegen de nieuwe invloeden van buitenaf te versterken. Wij wagen het niet om de aarde van het Buikslotermeerplein in onze mond te stoppen. Wat we wel aandurven zijn de hapjes die de Onkruidenier aanbiedt. Kliswortelkimchi gerold in ingelegde brandnetelblaadjes. Japanse duizendknoop op een broodje met rabarber en meikaas. Bietensoep met bouillon van de kleine berenklauw. Prosecco gemengd met agavenectar. We genieten! Al etend en drinkend voelen we het: we worden één met de aarde die ons deze wilde planten schenkt.