Color Wheel Tour tijdens Dutch Design Week
In oktober hadden we de kans om Forever Summer verder uit te lichten met een presentatie tijdens de Dutch Design Week: de Forever Summer Color Wheel Tour. Elke dag tussen 11:00 – 17:00 konden bezoekers vier verschillende stations in het museum verkennen.
Kun je een tomaat bewaren in de kunstcollectie van het museum? Conservator Toos Nijssen reflecteert op deze vraag uit het museumarchief, een film die je vond bij het station Soil / Humidity naast onze tomaten zadenbank met de meest waanzinnige namen.
Waarnemingen uit de logboeken van de gemeenschappen over het groeiseizoen van deze zomer werden getoond op station Pollination / Climate naast de inzichtelijke weerpoëzie van het Kalenderproject van Aliki van der Kruijs. Dit werk toont kalenders waarop het weer dagelijks werd genoteerd door Wim van der Kruijs in Gemert, Brabant in de periode 1984-2002. Is het weer veranderd?
Een scala aan pigmenten aanwezig in de tomatenoogst werd gepresenteerd met de gedroogde schillen. Dit kleurenpalet van de zomer van 2024 was te vinden bij het station Sunlight / Water. De pulp van de tomatenoogst werd gebruikt voor tomatenleer. Deze smaakervaring werd gedeeld in het laatste station dat te vinden was bovenin het museumcafe.
Dagelijks organiseerden we een performatieve activering die verhalen, materialen en objecten samenbracht in een tomaten ervaring. Naast deze vaste activiteiten hadden we het grote plezier om diepgaande gesprekken te voeren. Zo verwelkomden we Karst Meijer en Erik van der Ham van Herbarium Frisicum om te praten over de nachtschadefamilie en het belang van herbaria voor biodiversiteit. We spraken met Mime van der Weerden van de tomatencommunity over haar indrukwekkende tomatenfestival en kennis van tomatenrassen. En we reflecteerden op het weer van 24 oktobers met Aliki van der Kruijs en Renee Rooijmans.
Dank aan het Van Abbemuseum voor deze mooie ervaring. Volg het project en hopelijk kun je volgende zomer met ons een verscheidenheid aan gekleurde tomaten kweken!
Dank ook aan Boudewijn Bollmann voor de foto’s.