04 Micro organismen
– Sluit je ogen en activeer je verbeelding. Maak ook ruimte voor de niet zichtbare en allerkleinste microorganismen. Je kan het je misschien niet voorstellen, maar deze bevinden zich ook op je huid en in je lichaam. Hoe kunnen zij onderdeel worden van je plan?
Als mens zijn we in staat om ons in te leven in een fictief personage, wanneer we een boek lezen of een film kijken. Waarom zouden we ons dan niet ook in een landschap of in een onzichtbaar organisme kunnen inleven? Extremofielen komen in veel omgevingen voor, niet alleen in onze leefomgeving of in de bodem, maar ook op onze eigen huid en eigenlijk overal in onze eigen stofwisseling. Het zijn organismen die het volgende motto hebben: ‘ik overleef niet maar ik gedij onder deze extreme omstandigheden’. Extremofielen hebben de wonderlijke eigenschap zich te beschermen tegen schommelingen in hun leefomgeving. Ze zijn piepklein en onwaarneembaar voor het menselijk oog en dragen met trots de titel extremofiel. Kun jij je inleven in deze medebewoners? Wat zou jouw overlevingsstrategie zijn als het extreem warm, koud, droog, nat, zout of een combinatie hiervan is? Of stel, er is geen zuurstof omdat je zojuist bedolven bent onder een dikke laag asfalt? Hoe wonderlijk is het toch, dat deze micro-organismen mechanismen hebben gevonden om te overleven? Hoe doen ze dat toch? Kunnen we met hun leefwijze in contact komen?
Door middel van de volgende oefening proberen we ons voor te stellen hoe extremofielen eruit zouden kunnen zien en welk mechanisme ze bezitten om in extreme omstandigheden te gedijen. Hoe houden zij zich staande? Kunnen zij een leermeester zijn voor hoe we ons kunnen leren verhouden tot de toenemende extremen van onze klimaatzone?
Oefening 2
Benodigdheden:
prints van extremofielen, papier en pen
Voorbereiding:
Verzamel bij voorkeur een (klein) groepje mensen om gezamenlijk de oefening uit te voeren en over in gesprek te gaan. Neem plaats in het landschap en pak de benodigdheden erbij.
– Eerst kijken we naar de verschillende uitwendige huiden en hoe elk organisme zichzelf beschermt in de omgeving. Observeer alle drie de organismen en hun verschillende huiden. Wat valt je op?
Met welk organisme voel je, je verbonden?
– Pak je stift en probeer met een paar woorden te beschrijven wat voor soort huid je ziet en waarom je, je daarmee verbonden voelt.
– Probeer je voor te stellen dat deze huid een nut of eigenschap heeft voor dit organisme, wat zou dat zijn?
– In het tweede deel van deze oefening gaan we kijken naar de vorm van je favoriete organisme. We proberen ons voor te stellen hoe het deel uitmaakt van dit specifieke landschap. Waar leeft het?
– Hoe ziet deze leefomgeving eruit? Visualiseer onder welke extreme omstandigheden het gedijt.
– Tot slot kun je, je gedachten met de groep delen. Zouden deze organismen met elkaar verbonden kunnen zijn in één ecosysteem? Zouden jullie vrienden, buren of zelfs familie kunnen zijn? Of is er rivaliteit?