08
Acorus calamus
kalmoes

Al struinend langs de weelderige slootkanten in het landelijke noord van Amsterdam, volgen verticale schakeringen van groene stengels zich achtereenvolgens op. Tijdens een wandeling van Zunderdorp naar Holysloot troffen we een ingeburgerde waterplant aan. De kalmoes die met zijn wortels in het Waterlandse veen staat, kent zijn oorsprong in Zuidoost Azië, waar de plant in natte en moerassige gebieden groeit. De plant werkt als een goede waterfilter doordat het veel fosfaten uit het water onttrekt. Kalmoes scheidt stoffen uit die het water ontsmet en de ontwikkeling van ziektekiemen kan verhinderen.
Vanwege de medicinale en aromatische werking van de wortel is de kalmoes vermoedelijk in de 16e eeuw via Constantinopel naar Europa gekomen. Men neemt aan dat de plant door botanist Carolus Clusius rond 1574 is aangeplant als rariteit in de botanische tuinen in Wenen. Vanwege de geneeskrachtige eigenschappen van de plant werd kalmoes in de opvolgende jaren in de rest van Europa aangeplant. Pas veel later verwilderde de kalmoes in het landschap. De zaden van de kalmoes zijn in Europa steriel en de plant vermenigvuldigt zichzelf snel door afgebroken wortelstokken.
Kalmoes heeft een aromatische geur en warme bittere smaak. De wortels worden vaak gedroogd en gebruikt als smaakmaker. Een bekende toepassing is het gebruik van de gedroogde wortels in kruidenbitters. In 2016 bereidden we een serie scheepsbitters, kruidenbitter en likeuren met kalmoes en andere waterplanten als engelwortel, moerasspirea en watermunt uit het Waterlandse landschap.
Boven water heeft kalmoes glanzende platte lange stengels, die een geribbelde en golvende markering op de stengel hebben. De plant krijgt in de zomer groengele bloeikolven die schuin afstaand aan de stengel zitten.